Leren zwemmen is in ons waterrijke land heel belangrijk. Wij wonen in de buurt van water, maar we zoeken het water ook graag op in een van de vele zwembaden of recreatieplassen. Daarom vinden wij het belangrijk dat kinderen al op jonge leeftijd leren zwemmen.
De Nationale Zwemdiploma’s worden landelijk uitgegeven door de Nationale Raad Zwemveiligheid en bestaan uit het Zwem-ABC en de Zwemvaardigheidsdiploma’s.
Het Zwem-ABC is de basis van goed zwemonderwijs. Je voldoet aan de Nationale Norm Zwemveiligheid als je het complete Zwem-ABC op zak hebt. Zwemveiligheid kan je alleen behouden door oefening. Het is belangrijk om te blijven zwemmen. Dit kan met de Zwemvaardigheidsdiploma’s na het Zwem-ABC.
Zwemdiploma A
Je beheerst vaardigheden voor een zwembad zonder attracties. Zwemdiploma A is de opstap naar Zwemdiploma B en het complete Zwem-ABC.
Zwemdiploma B
Je beheerst vaardigheden voor een zwembad met attracties, zoals een (wildwater)glijbaan, een golfslagbassin en een stroomversnelling. Zwemdiploma B is de tussenstap naar Zwemdiploma C = Nationale Norm Zwemveiligheid.
Zwemdiploma C = Nationale Norm Zwemveiligheid
Je beheerst vaardigheden voor een zwembad met attracties en in open water zonder stroming of grote golfslag, zoals recreatieplassen en bredere sloten/vaarten (behalve in de zee). Met dit diploma voldoe je aan de Nationale Norm Zwemveiligheid.
Bij het Zwem-ABC wordt in het begin veel aandacht besteed aan het watervrij maken van kinderen. Dit is een hele belangrijke periode. Hierin wordt de basis gelegd voor het leren zwemmen. Kinderen leren lopen in het water, spetteren, te water gaan en er uit klimmen, draaien van borst naar rug naar borst, onder water gaan, onder water kijken en zoeken. Deze zaken zorgen ervoor dat kinderen het water leren kennen en zich er prettig in gaan voelen. Veel oefeningen worden in spelvorm aangeboden, omdat dat voor jonge kinderen de beste manier is om iets te leren. Denk dus niet dat het kind alleen maar speelt in het water, ieder spel heeft een bedoeling! Als een kind kan drijven op borst en rug, is het tijd voor de volgende fase: de zwemslagen.
Bij het Zwem-ABC leren kinderen vier zwemslagen: enkelvoudige rugslag, schoolslag, borstcrawl en rugcrawl. Behalve aan de zwemslagen wordt ook aandacht besteed aan allerlei oefeningen in diep water, zoals verschillende manieren van in het water gaan, onder water zwemmen, klimmen en klauteren op vlot en kant en naar de bodem gaan.
Bij het Zwem-ABC ligt een belangrijk accent op het veilig zijn in het water. Al vanaf de eerste zwemlessen wordt hieraan aandacht besteed. Er wordt geoefend met vallen en opstaan, in het water springen en uit het water klimmen. Ook met kleren aan in het water zijn komt regelmatig tijdens de lessen aan de orde.