Brevetzwemmen kan je een beetje vergelijken met het halen van diploma’s. Er wordt niet alleen gekeken naar hoe goed je zwemt, maar ook hoe snel je zwemt!
De zwemmers die mee doen moeten binnen een vrij korte tijd vier keer zwemmen. Dat is al lastig genoeg. Er wordt door officials goed gekeken of je de vier slagen (vlinderslag, rugcrawl, schoolslag en borstcrawl) goed beheerst. Bovendien moet je de afstanden ook nog eens binnen een bepaalde tijd afgerond hebben. Tijdwaarnemers houden exact bij hoe lang je over je afstand hebt gedaan.
Er zijn vijf brevetten waarvoor je telkens een stukje sneller of verder moet zwemmen. Denk niet dat je met vijf keer mee doen ook vijf brevetten hebt. Daarvoor zijn de stappen soms wel erg groot. De brevetwedstrijd is dan ook een mooi meetpunt om te zien hoeveel sneller je bent geworden vergeleken met vorig jaar.
Hieronder zie je de eisen van de verschillende brevetten.
Dames | Heren | |
25 meter vlinderslag | 0:30 | 0:30 |
25 meter rugcrawl | 0:27 | 0:27 |
25 meter schoolslag | 0:27 | 0:27 |
25 meter borstcrawl | 0:23 | 0:23 |